Week 4-7 (oeps!)

6 mei 2024 - Gushegu, Ghana

Wat gaat de tijd snel! Nu ik op de kalender kijk, zie ik dat ik al bijna 7 weken in Ghana ben! Tijd is relatief, daar weten de Ghanezen alles van, maar het lijkt voorbij te vliegen. Dat komt omdat er veel gebeurt. Hoewel ik geen stress ervaar, heb ik genoeg te doen en ben ik er al weken niet aan toe gekomen iets te schrijven. Vandaag is het gelukt: in deze blog wil ik jullie o.a. meenemen het ziekenhuis in, waar ik nu al enkele weken aan de slag ben. Maar eerst een kort verslag van wat we afgelopen week hebben gedaan. 

Lesgeven

Afgelopen maandag hebben we lesgegeven aan een groep missionaries die een 5-maandse training volgen om vanuit hier naar afgelegen plekken in Afrika te gaan om te wonen en mensen over Jezus te vertellen. We hebben twee dagen gekregen om ze enkele handvatten mee te geven hoe medische situaties aan te pakken. Tja, wat ga je ze dan vertellen? Waar begin je en waar stop je? Leg je ze uit wanneer ze welk medicijn moeten gebruiken, of vertel je ze bij welke signalen je medicijnen wil starten en ze dus op zoek moeten naar professionele medische hulp? Dit soort vragen maakten de voorbereiding een uitdaging.

We zijn begonnen met de basics: eerst praten, dan onderzoeken, dan bedenken wat er aan de hand kan zijn, en dan pas nadenken over een behandeling of oplossing. Dus niet bij de eerste beste hoofdpijn antibiotica geven (wat hier aan de lopende band gebeurt; vraag mij niet welk antibioticum tegen welke bacteria je dan zou willen geven). Vervolgens hebben we ze wat losse lessen gegeven: wondzorg, zelfzorg, hygiëne en preventie, zwangerschap, ondervoeding, medicijngebruik (of het juist niet gebruiken van medicijnen), etc. Ontzettend leuk en leerzaam voor beide partijen. Het grootste deel van ons ‘lesmateriaal’ kwam uit het boek ‘Where there is no doctor’ door David Werner (zie ook: https://www.amazon.com/Where-There-No-Doctor-Handbook/dp/0942364155#:~:text=Book%20overview&text=Considered%20by%20the%20World%20Health,prevent%20many%20common%20health%20issues). Een ontzettend zinnig boek voor niet-medici die voor medische uitdagingen komen te staan zonder medische hulp in de buurt. Het boek is voor 25-30 euro te bestellen (exclusief verscheping). Omgerekend naar cedi is dat grofweg gelijk aan twee weeksalarissen (ongeschoold werk). Voor Afrikaanse missionaries is dat ontzettend veel geld. Ik zou graag enkele boeken willen bestellen om deze voor 25-30% van de oorspronkelijke prijs aan te kunnen bieden. Mocht je mij hierin willen ondersteunen, stuur mij dan een appje of maak een bedrag over naar NL37INGB0005256754 t.n.v. H.C. Leegwater, o.v.v. ‘Where there is no doctor’. Alvast veel dank!

Waar ik vooraf geen rekening mee had gehouden, waren de lokale ideeën en praktijken die door deelnemers bevraagd werden. Enkele voorbeelden van vragen die werden gesteld: “Klopt het dat je de dag na een zonverbranding heel heet moet douchen?” of “Bij pas bevallen vrouwen wordt vaak met lappen uit bijna-kokend water over hun buik geschrobd om te zorgen dat hun buik weer kleiner wordt; hoe werkt dit precies?” of “Ik krijg kniepijn van het drinken van ijswater, hoe komt dat?”. En op mijn dringend advies om tijdens een epileptisch insult niets in iemands mond te stoppen, kreeg ik vele verbaasde reacties: “Ook geen lepel? Als je geen lepel in de mond doet, klemt die persoon zijn/haar kaken op elkaar en daarmee komt hij/zij te overlijden, toch?”. Ik vond het ontzettend lastig dit soort vragen te beantwoorden. Dit zijn gebruiken die hier generatie op generatie worden doorgegeven, waarin wordt geloofd en waaraan wordt vastgehouden. Ik kan ze niet verklaren en sterker nog, ik ben ervan overtuigd dat vele van deze gebruiken meer kwaad dan goed doen. Maar overtuigend uitleggen waarom ik dat zo zie, als blanke jonge dame, tegenover generaties-oude tradities is best ingewikkeld. Op onze vraag wat je op/met een brandwond zou doen kregen we vele reacties: zout, ei, tomaat, ijs, honing, aloe vera, tandpasta, inkt en tot slot suggereerde iemand ‘koud water’. En bij een meerkeuzevraag over de duur van een zwangerschap was verdeeldheid tussen 9 of 12 maanden. Ik denk dat we de groep veel bij hebben kunnen brengen en ze wegwijs hebben kunnen maken in het boek ‘Where there is no doctor’ zodat ze ieder op hun eigen plek met beperkte voorzieningen mee kunnen helpen aan het verbeteren van gezondheid. Ik zou enkele van hen graag zo’n boek meegeven!

Het ziekenhuis

De zorg is anders, de cultuur en omgang met mensen is anders, de voorzieningen zijn anders en de beleidsvoering is anders. Dat wist ik allemaal voordat ik hier het ziekenhuis in ging. En toch snap ik pas hoe complex het is om hier in Ghana goede zorg te leveren nu ik er zelf ben. Hoewel ik me realiseer dat het onmogelijk is dit in woorden te vangen, ga ik toch een poging wagen aan de hand van enkele thema’s die ik als kernfactoren zie in het ziekenhuis waar ik nu enkele weken rondloop.

Als eerste: logistiek. Om naar het ziekenhuis te kunnen komen heb je vervoer nodig. In het dorp met ruim 35.000 inwoners vind je slechts enkele auto’s, waar wij er een van hebben. Praktisch al het personenvervoer gebeurt hier met motorbikes (scooters, motoren, motorkings (= motor met laadbak) ). Mede wegens de slechte wegen is het lastig je snel te verplaatsen. Als een patient het ziekenhuis heeft bereikt, dient het eerst ingeschreven te worden voordat er gehandeld kan worden. De zorgverzekering dekt een gedeelte van de ziekenhuiskosten, bijvoorbeeld het bed. Veel medicijnen moeten direct afgerekend worden. Om iemand medicijnen te kunnen geven moet deze persoon dus eerst worden ingeschreven, dan formeel worden opgenomen, pas dan kan er een middel worden voorgeschreven, waarna een familielid dit met de ‘health insurance card’ van de patient bij de apotheek kan betalen en mee kan nemen zodat de verpleegkundige of verloskundige het toe kan dienen. In de praktijk hebben wij op de afdeling enkele middelen minimaal op voorraad zodat we soms alvast aan de slag kunnen voor het gehele proces is doorlopen, maar je kunt je voorstellen dat de logistiek nogal eens voor problemen zorgt.

Naast logistiek is het imago van het ziekenhuis dubieus. Veel mensen hebben weinig vertrouwen in het ziekenhuis en hebben weerstand om daar naartoe te komen. In combinatie met transportkosten zorgt dit er vaak genoeg voor dat mensen laat met klachten naar het ziekenhuis komen. Ik heb al vele vrouwen met volledige ontsluiting binnen zien komen lopen waarbij we 10 minuten later een kind geboren zien worden (soms nog sneller). 

In het ziekenhuis zijn weinig spullen. Vaak krijgen we op maandag nieuwe handschoenen waar we een week mee vooruit moeten op de verloskamer (ja, er is 1 verloskamer met 3 bevalbedden naast elkaar). Vrijdagmiddag is deze voorraad er vaak zo goed als doorheen. Dat betekent dat er op zaterdag en zondag vaak geen of bijna geen handschoenen zijn. Soms wordt de voorraad steriele handschoenen aangebroken. Ik krijg het nog niet voor elkaar dat het persooneel op maandag-donderdag zuiniger doet met de handschoenen om de voorraad iets langer mee te laten gaan. En tegelijkertijd komt het in de praktijk vaak toch weer goed, ‘We managed’ is een veel gebruikte uitspraak.

Alle vrouwen hebben een papieren zwangerschapsboekje dat informatie geeft over het verloop van de zwangerschap (als vrouwen al naar zwangerschapscontroles gaan en mits dit zorgvuldig is ingevuld, wat veelal niet het geval is). Soms is er geen echo gedaan, of pas in het laatste trimester van de zwangerschap, en niet zelden door een onervaren of onvoldoende opgeleid echoscopist. Veel mensen weten niet hoe oud ze zijn. Geboortedata zijn zelden bekend. Patienten verifierificatie is daarmee ook minder betrouwbaar. Zeker omdat verschillende stammen verschillende talen spreken, en er lang niet altijd een personeelslid beschikbaar is die de juiste taal spreekt. Communiceren en de juiste informatie verkrijgen is een van de grote uitdagingen. Procedures uitleggen is soms vrijwel onmogelijk, laat staan iets als ‘informed consent’ bereiken. 

In het ziekenhuis wordt sinds een jaar gebruik gemaakt van een elektronisch patiënten dossier. Alleen de verloskundigen en de arts (ter info: er is 1 arts 24/7 beschikbaar en verantwoordelijk voor het gehele ziekenhuis; mij niet bellen) hebben inloggegevens, leerlingen kunnen dus niet in het dossier kijken/schrijven. Dat betekent dat essentiële informatie (ook om te leren) slechts voor enkelen beschikbaar is. Daarnaast is er op de gehele afdeling Gynaecologie/verloskunde 1 computer voor de arts en een laptop en een tablet voor de rest van het personeel. Daarop moet alles gebeuren: patiënten aanmelden, verloskundige notities maken, medicijnen voorschrijven, labuitslagen bekijken, patiënten ontslaan. 3x per dag wordt van alle patiënten een bloeddruk gemeten. Dit wordt op een kartonnetje (bijvoorbeeld de zijkant van een oude doos handschoenen, bij gebrek aan blanco papier) geschreven en door iemand met inloggegevens ingevoerd. Een eenvoudig overzicht over het beloop van de bloeddruk van een patient is daarmee al lastig te verkrijgen.

Omdat de stroom vaak uitvalt en het geld voor brandstof voor de generatoren niet altijd hiervoor beschikbaar is, is er vaak geen stroom in het ziekenhuis. Geen stroom betekent geen ventilatoren, geen licht, geen server en dus geen toegang tot de patiëntendossiers. Op dat moment komen de zwangerschapsboekjes en de kartonnetjes van de leerlingen goed van pas. Zo krijg je vaak toch nog wel wat informatie aan elkaar geknoopt, mits je het juiste boekje met het juiste kartonnetje van de juiste zwangere combineert. En als de stroom weer aan gaat, hebben de verloskundigen het plots druk met het invoeren van alle gegevens, labaanvragen, medicatievoorschriften. Veelal wordt er, ook als er stroom is, dubbel gewerkt: medicijnen worden zowel digitaal als op papier afgetekend. That is how we manage. Vorige week bleek de doppler waarmee we de hartslag van de baby kunnen beluisteren leeg. Na een kleine ronde over de afdeling en wat kastjes-en-muren had ik de oplader bemachtigd. Vijf minuten na het aansluiten aan de oplader viel de stroom uit. Toen kneep ik hem even: als er nu een bevallende moeder binnen komt, hebben we geen idee in wat voor conditie de baby verkeert. Gelukkig kwam er het eerste half uur niemand binnen en was de stroomuitval maar van korte duur: We managed. 

Laatst hadden we enkele vrouwen met een (dubieuze) indicatie voor een keizersnede. Er zijn in het dorp twee anesthesisten, die wisselend (bereikbaarheids)dienst hebben. Op deze bewuste dag bleek van beide: ‘he traveled’. Opvallend genoeg wordt er niet nagegaan wie van beide dienst had, en wie het dorp niet had mogen verlaten. Ghanezen denken voor zover ik zie niet zo zeer in problemen. Een anesthesist uit Yendi (1 uur rijden) is onze kant op gekomen. Tegen de tijd dat de tweede keizersnede gedaan kon worden, was deze vrouw gelukkig al bevallen. Weer een litteken bespaard. We managed again.

Eén ding is zeker: ik beland hier liever niet in een ziekenhuis.

Ik bid jullie allen een goede week toe!

Liefs vanuit het warme Gushegu,

Hannah

Foto’s

1 Reactie

  1. Simone:
    6 mei 2024
    Goed teken dat de tijd zo snel omvliegt! Mooi verslag.

Jouw reactie